Stomach Health > Maag Gezondheid >  > Q and A > maag vraag

Mutatie in een kankerverwekkend gen kan cerebrale caverneuze misvormingen in de hersenen verergeren

Onderzoekers hebben een verklaring gevonden waarom cerebrale caverneuze malformaties (CCM's) - clusters van verwijde bloedvaten in de hersenen - plotseling kunnen groeien om epileptische aanvallen of beroertes te veroorzaken. specifiek, ze ontdekten dat een specifieke, verworven mutatie in een kankerverwekkend gen (PIK3CA) zou bestaande CCM's in de hersenen kunnen verergeren. Verder, herbestemming van een reeds bestaand geneesmiddel tegen kanker toonde belofte in muismodellen van CCM's bij het verbeteren van de gezondheid van de hersenen en bloedvaten en het voorkomen van bloedingen in het hersenweefsel.

Eerdere studies koppelden de initiële vorming van CCM's aan verschillende omgevingsfactoren, inclusief verschillen in het darmmicrobioom, en het inactiveren van mutaties in drie specifieke genen die gezamenlijk bekend staan ​​als het "CCM-complex". Hoewel deze veranderingen voldoende zijn om kleine misvormingen in de hersenen te veroorzaken, ze hebben niet uitgelegd waarom sommigen plotseling groter worden, met epileptische aanvallen of beroertes tot gevolg.

Met behulp van muis genetische modellen van CCM-vorming, de onderzoekers ontdekten dat het de extra "hit" is die het bekende kankerverwekkende gen PIK3CA stimuleert en leidt tot de snelle groei van bestaande CCM's. Toen ze gereseceerd menselijk CCM-weefsel onderzochten, ze zagen dat dezelfde genen betrokken waren, die het idee ondersteunt van een "kankerachtig" mechanisme voor versnelde groei van misvormingen van bloedvaten, waarbij kleine rustende CCM's "kwaadaardig" worden nadat een nieuwe genmutatie optreedt.

Bij kanker, de PIK3CA-mutatie resulteert in een toename van PI3K-mTOR-signalering, dat is een gevestigde drug target voor de behandeling van tumoren. Rapamycine is een door de FDA goedgekeurd medicijn dat dezelfde signaalroute remt en is gebruikt om misvormingen in de aderen en het lymfestelsel te behandelen. Hier, rapamycine verminderde significant de CCM-vorming in genetische muismodellen, wat suggereert dat het mogelijk als een behandeling kan worden gebruikt.

De studie werd geleid door Mark L. Kahn, MD aan de Perelman School of Medicine, Universiteit van Pennsylvania, Philadelphia. Zijn team blijft bestuderen wat de oorzaak is van CCM-vorming en -groei, en stelt voor dat verdere analyses van menselijke CCM-laesies en klinische testen van rapamycine en soortgelijke geneesmiddelen nodig zijn om te bepalen of dit mechanisme een doelwit voor therapie kan zijn.

Other Languages